Tag archieven: onderwijs

Regelvrije scholen?

znorulesw

Dit las ik op de site van de NCRV:

“Dekker wil experiment met regelvrije scholen. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs wil een experiment starten met regelvrije scholen. ‘Als je goede scholen hebt durf ik het wel aan om te zeggen: we doen het zonder de inspectie, we doen het zonder Den Haag, maar dan wat mij betreft ook zonder de cao’. Dekker deed zijn uitspraken in een debat over excellent onderwijs, georganiseerd door het NCRV-programma Altijd Wat.

Hij reageerde tijdens de bijeenkomst in De Rode Hoed in Amsterdam op de kritiek van aanwezige docenten dat het onderwijs dreigt te bezwijken onder de regeldruk uit Den Haag. Dekker: ‘U zegt, geef ons de ruimte? Ik wil die ruimte graag bieden.’ Volgens Dekker wordt de regeldruk wel vaak overdreven. Er is veel meer vrijheid dan vaak wordt gedacht, bijvoorbeeld over de onderwijstijden. Die zijn volgens Dekker niet in de wet of in de cao vastgelegd. ‘Als de school vindt dat je om tien uur moet beginnen in plaats van half negen, dan zou ik zeggen: doe het.’ “

Benieuwd naar jullie mening! (zie hieronder)

Ouders van de Karrekrak: typisch of typetjes?

De juf en de ouders van Basisschool de Karrekrak
De juf en de ouders van Basisschool de Karrekrak

Zondagavond, bijna klaar voor een nieuwe schoolweek en luisterend naar de muziek van First Aid Kit komt het toch ineens bij me op nog iets te schrijven over Koefnoen.

Ik zal er geen lang verhaal aan wijden, want het gaat bij dit onderwerp vooral om het kijken en genieten. Wat een knappe prestatie van Koefnoen om de klassieke ouderavond van een groep acht neer te zetten zoals zij dat doen bij de afleveringen van ‘Ouders van de Karrekrak’.

Voor leerkrachten een feest om naar te kijken. Je herkent direct enkele ouders terug: Petra, steeds weer opkomend voor haar eigen Wiebe die het zwaar heeft met zijn dyslexie en dyscalculie, de ouder die zelf jaaaarenlange ervaring in het onderwijs heeft of de ouder die altijd kritisch is over het onderwijs. En de af en toe lullige onderwerpen waar het over gaat, zoals luizenpluisouders, in aflevering twee overigens mooi neergezet als het zoeken naar een mascotte voor de ‘kinder-kak-week’. En wat een vondst is het prachtige woord ‘buitenbegaafd’.

Ik heb veel ouders gehoord die zichzelf herkennen in de typetjes. Niet altijd zo overdreven zoals bij de Karrekrak, maar toch wel duidelijk kenmerkend. Hopelijk zorgt het voor enige zelfreflectie. En dat geldt overigens ook voor de leerkrachten. 😉

Maar los van effecten die de serie kan hebben, ga vooral genieten van aflevering 1 en 2 via de links hieronder! Op naar aflevering 3!

Laat het gaan? Laat het vallen? Laat het los?

Loslaten?
Loslaten?

Loslaten. Volgens Van Dale het ‘in vrijheid stellen’ of ‘met rust laten’. Ik ben er zelf niet goed in. Vooral niet als het gaat om werk. Ik neem mijn werk mee naar huis, denk er dagelijks over na en doe het liefst alles zelf. Controle houden, dat past meer bij mij. Zo min mogelijk nee zeggen en zoveel mogelijk touwtjes in handen houden. Er zijn natuurlijk grenzen. Met twee linkerhanden laat ik klussen thuis graag los. Lees ook wel: ‘door anderen doen’ of ‘links laten liggen’. Dat schiet dan natuurlijk niet op.

De laatste jaren merk ik dat ouders meer moeite hebben met loslaten. Van hun kinderen in dit geval. Steeds vaker worden wij gemaild waarbij zorgen over kinderen worden uitgesproken. Vooral aan het begin van het jaar wanneer we op schoolkamp gaan: mijn kind heeft moeite met weg zijn van huis, slapen ze wel lang genoeg, houden jullie rekening met allergieën, hoe zit het met de kamerindeling, kunnen ze wel fietsen in een groep, letten jullie op teken, mogen ze douchen, smeren jullie de kinderen in als het warm is, willen jullie af en toe vragen of alles wel goed gaat?

We voeren gesprekken van tevoren en krijgen soms hele gebruiksaanwijzingen hoe we met de kinderen rekening kunnen houden. Gelukkig hebben we na acht jaar redelijk wat kennis opgebouwd over elk kind. En gaan we elk jaar op kamp, met een begeleiding van 12 leerkrachten die inmiddels weten wat nodig is om een kamp voor elk kind succesvol te maken.

Ouders zijn dus betrokken. Dat is een fijne constatering. Liever bezorgdheid dan onverschilligheid. Liever een extra gesprek dan een gebrek aan nodige kennis.

En toch.. Afgelopen weken heb ik regelmatig aangegeven: ‘laat het los’. Ik zat dit tijdens het schoolkamp te overdenken. Wat betekent dat loslaten eigenlijk? Wat verwacht ik van ouders? Dat ze zich helemaal niet meer bemoeien met hun kind? Natuurlijk niet. In de titel van dit blog, een lied van Van Dik Hout, wordt laten vallen gebruikt. Het zou niet best zijn als dat gebeurt. Blijf dus vooral betrokken! Maar wat wil ik dan wel?

Op de site 365 succesvol las ik het volgende: ‘Pak eens een steen in je hand. Je kunt deze steen nu loslaten zodat hij valt. Maar je kunt hem ook loslaten met de handpalm naar boven. Zo kan de steen zijn wat hij is, je kan het blijven voelen, met je aandacht erbij zijn en als de steen zijn eigen weg gaat is het oké.’

Nu wil ik kinderen niet vergelijken met stenen. Maar plaats je kind eens in gedachten in diezelfde handpalm. Laat het eigen keuzes maken, geef het de kans het zelf te doen en van deze ervaringen te leren en stuur bij waar nodig. Dat is iets waar we in het onderwijs belang aan hechten en waar nog stappen in te maken zijn. Niet alleen door leerkrachten, ook door ouders. Kinderen kunnen vaak meer dan wij denken. Ze zijn vaak een stap verder dan wij denken. En natuurlijk gaat dat niet altijd goed. Maar van fouten leer je.

Loslaten dekt niet de lading van wat ik wil. Want een kind moet kunnen leunen op zijn omgeving wanneer dit nodig is. Maar misschien moeten we ze af en toe meer laten gaan en zelf laten ontdekken. Uitgaan van vertrouwen in plaats van onmogelijkheden. Mijn nichtje heeft een vader die bedreven is in het laten gaan. Hij creëert samen met haar moeder de ruimte en mogelijkheden voor haar om op onderzoek uit te gaan. En soms gaat dat mis. Maar dan zijn haar ouders er om haar te helpen. Ze leert en ontwikkelt zichzelf, kijkt naar hoe andere kinderen iets doen en probeert dat zelf ook.

Laat een kind niet vallen, laat het niet los maar laat het wat meer gaan. In de Kennemer Boekhandel zag ik laatst een boekje liggen: How2talk2kids van Adele Faber en Elaine Mazlish. Zij geven tips hoe je als ouders de zelfstandigheid van kinderen kunt bevorderen door middel van effectieve communicatie. Een aanrader voor elke ouder om te lezen. Niet om alles exact te doen zoals zij zeggen, maar om eens te reflecteren op je eigen opvoeden en te kijken of hier nog verbeteringen in mogelijk zijn.

Laat je verbazen door wat kinderen al kunnen. Dat is meer dan je misschien zelf denkt. Ga uit van lukken en niet van falen. En die les kan ik mijzelf ook nog dagelijks leren.

Op deze site lees je meer over How2talk2kids.

Nieuw lotingsysteem Zuid-Kennemerland

Binnenkort in te vullen..
Binnenkort in te vullen..

Al jaren vindt rond maart dezelfde discussie plaats: waarom moet er nou alweer geloot worden om een plek te krijgen op de middelbare school? En waarom duurt dat proces zo lang? Kan het niet anders, beter, sneller?

Op de eerste vraag is eenvoudig antwoord te geven. Een school kan niet het ene jaar 100 brugklassers aannemen en het jaar erop 300. Dat zou namelijk betekenen dat er lokalen moeten worden bijgebouwd, leerkrachten aangenomen en dat verandert de gehele schoolorganisatie. Als het jaar erop weer minder leerlingen worden aangemeld staan er lokalen leeg en moeten diezelfde leerkrachten ontslagen worden. Er is dus beperkt plek en daar zullen ouders en kinderen altijd mee te maken houden.

Kan het niet anders? Jazeker. Dit jaar is het de schoolbesturen in Zuid-Kennemerland gelukt een nieuwe lotingsprocedure vast te stellen. Kinderen en ouders geven een top vijf op in geval van vmbo-t, havo en vwo. En een top twee bij een praktijkonderwijs- of vmbo-b advies. Vervolgens komen alle scholen bij elkaar om te zorgen dat er zoveel mogelijk kinderen op hun nummer één keuze worden ingedeeld, vervolgens nummer twee etc. Indien er teveel aanmeldingen zijn wordt er geloot, vindt er een tweede ronde plaats en dat gaat net zo lang door tot elk kind een plek heeft.

Is dit beter? Sneller? In elk geval krijgen alle kinderen op dezelfde dag te horen op welke school ze zijn aangemeld. Er is dus geen sprake meer van een periode van enkele weken waarin kinderen en ouders opnieuw een keuze  maken en  moeten afwachten of dit gelukt is, om vervolgens in het ergste geval weer uitgeloot te worden. Sneller is het dus zeker.

Of het beter is? Je kunt vaststellen dat het fijn is dat elk kind dezelfde dag te horen krijgt naar welke school hij kan gaan. En dat de periode van onzekerheid voor het grootste deel is weggenomen. Daarnaast is het nu nog belangrijker dat kinderen en ouders zich breed oriënteren. Kijk niet naar één school, maar ga naar zoveel mogelijk scholen zodat je goed kunt vergelijken. Dat geven we in groep acht al jaren aan, maar nu is het noodzakelijk omdat er anders geen top twee of top vijf kan worden gegeven. Geen tunnelvisie maar de horizon verbreden, ook beter dus.

Er blijven nadelen bestaan. Je zou het liefst willen dat elk kind naar de school van eerste keuze kan gaan. Helaas is dit organisatorisch onmogelijk. Natuurlijk, scholen verschillen van elkaar. De ene school profileert zich vooral op creatief gebied, de ander op techniek of sport. Maar er is één ding dat de scholen in onze regio gemeen hebben: de kwaliteit is overal voldoende tot goed. Afgelopen jaar waren er vrijwel geen scholen met een onvoldoende beoordeling. We zouden dus voor een deel kunnen spreken van een luxe-probleem. In grote delen van Nederland gaan alle kinderen naar dezelfde school, omdat dat nu eenmaal de enige school in de buurt is. Wij mogen en kunnen kiezen. Dat heeft blijkbaar voor- en nadelen maar ik denk dat met dit systeem de voordelen het grootst zijn.

Het blijft lastig. Iedereen wil het beste voor zijn kind, en terecht. Ik heb ervaren dat de kinderen die bij ons zijn uitgeloot het prima naar hun zin hebben gehad op de middelbare. Op welke school dan ook. Er zijn veel meer factoren van belang voor het slagen van de schoolperiode, denk maar aan klasgenoten, leerkrachten, mentoren en vooral de eigen wil tot succes.

Kan het beter? Ik denk dat er nog een slag te slaan is op digitaal gebied. Dat versnelt het proces en scheelt een hoop werk. Daarnaast kun je dan de meest gunstige loting berekenen, in plaats van uit te gaan van zoveel mogelijk nummers één. En misschien zou je nog meer rekening moeten houden met de plaats van de school in de buurt. Maar dat is weer een nieuwe discussie: wat moet een grotere rol spelen, de wens van het kind, ouder of de afstand tot de school? Daarnaast is het afwachten wat de nieuwe verplichte centrale Eindtoets betekent voor dit systeem. Iets waar goed over wordt nagedacht. We zullen het vanzelf gaan ervaren binnenkort.

Tenslotte hoop ik dat er in de toekomst op meer scholen gebruik wordt gemaakt van echte brugklassen. Een periode waarbij je niet op je elfde al wordt ingedeeld en vervolgens met moeite kan omschakelen naar een ander niveau. Maar waar je nog de tijd krijgt te laten zien waar je kwaliteiten liggen en hierop wordt ingespeeld door de school.

Desondanks is er een grote stap gemaakt. Naast een goede regio rondom Passend Onderwijs stel ik ook vast dat er hard wordt gewerkt aan een goede overgang van basisschool naar middelbare school, en dat heeft effect.

Ik ben benieuwd naar jullie mening en ervaringen dit jaar!

Voor meer informatie lees ook het artikel in het Haarlems Dagblad

En bekijk de site van Brugweb (nog niet up to date, pas bij het verschijnen van het Brugboek)

Lees meer over Passend Onderwijs in Zuid-Kennemerland

 

 

 

Een nieuw jaar in groep acht.

Leuke lieve grappige gezellige & eigenwijze groep achters,

Jullie zijn op dit moment lekker aan het gymmen bij meester Niek. Mij is gevraagd een stukje te schrijven voor jullie afscheidsboekje. Hoe is het jaar verlopen? Wat is het verschil tussen begin groep acht en nu? Wat hebben we allemaal meegemaakt?

Ik weet nog goed dat ik, net als de juffen in de andere groepen acht, een beetje schrok aan het begin van het jaar. We gingen voor het eerst in september op kamp en waren veel zelfstandige, eigenwijze en bijdehante kinderen gewend. Nu werden er werden continu vragen gesteld: ‘Wat gaan we doen? En wat daarna? En waarom? En wat als dat niet lukt?’ Het ging maar door. En in de pauze werd er ‘Harry Potter’ en ‘paardje’ gespeeld. Het was even wennen voor ons… 

Gelukkig is het allemaal goedgekomen 😉 . Jullie zijn een fijne, enthousiaste groep. Heel veel praten en met elkaar doen. Het liefst altijd alles samen. Jullie hebben hard gewerkt, veel geleerd, zijn gegroeid. Er zijn ruzies geweest, gelukkig maar want dan was er ook weer iets goed te maken. Er waren en zijn liefdes (niet zo veel geloof ik maar daarin zijn jullie dan weer niet zo open). En er is vooral heel veel geschuifeld. Nog nooit heb ik het meegemaakt dat kinderen vroegen: ‘Meester, kunnen we vanmiddag afsluiten met schuifelen?’ Er is gehuild maar nog veel vaker gelachen. En belangrijker: iedereen deed ertoe en deed mee. Het is voor meesters en juffen altijd fijn als dat lukt in een klas.

We hebben een druk jaar gehad. Niet alleen nu met de musical en het maken van het ik-dossier. We hebben veel gedaan: kamp naar Texel, excursie naar het ministerie en de Tweede Kamer, toetsen maken, debatteren, kinderpostzegels, Mad Science, sporttoernooien, Kerstgala, middelbare scholen bezoeken en kiezen, koken, workshop sambaritme, dokter Corrie kijken, klassenfeesten houden, slapen op school en over ruim twee weken is het dan echt klaar met de Ark.

Bedankt voor het gezellige en ook weer voor mij leerzame jaar. Jullie hebben stuk voor stuk allemaal de kwaliteiten om er iets moois van te maken op de middelbare school. Wij hopen als Ark natuurlijk dat we daaraan hebben bijgedragen. Maar onthoud goed dat alles wat je hebt gedaan en is gelukt, echt door jezelf is gelukt. Vaak moet je eerst wat overwinnen, dat is niet erg. Ik wens jullie de komende jaren veel succes en vooral heel veel plezier op de middelbare school. Een spannende tijd waarin je veel over jezelf en de wereld om je heen zult ontdekken. Ik hoop dat jullie af en toe nog eens langskomen op de Ark om ons te vertellen hoe het gaat!

Meester Sjoerd

Zo sloot ik het afgelopen schooljaar af in het afscheidsboekje dat alle kinderen kregen, gemaakt door de klassenouders. Vandaag begint de voorbereiding voor het nieuwe schooljaar.

Na zeven jaar basisschool, waarbij het hele Arkteam hard heeft gewerkt om elk kind zo optimaal mogelijk te laten ontwikkelen, komen de kinderen bij ons om de basisschoolperiode af te sluiten. Een jaar van afscheid dus, maar ook een jaar om elk kind klaar te stomen voor een nieuwe start op de middelbare school. Een jaar met leuke activiteiten zoals kamp en de musical. En ook een intensief jaar om de kinderen zichzelf goed te laten leren kennen: wat zijn hun sterke en zwakke kanten, hoe zet je jezelf neer in een groep, wat willen ze zelf graag leren en ontwikkelen? Een jaar waarin je een sterke band krijgt met een klas. Iedere week, elke dag ben je met elkaar aan het werk, ga je in gesprek, leer je van elkaar, bots je, en bouw je op.

Vanaf vandaag doen we weer ons best ook dit schooljaar net zo bijzonder te maken. En kunnen we hopelijk in juli terugkijken op een mooie tijd op de Ark.

Leve de leraar!

Leve de leraar
Leve de leraar

‘Onderwijs is het veld van geloofsijver, beleidsdiscussies als mul zand, modes die komen, schade aanrichten en weer gaan. Maar iedereen weet: het draait eigenlijk om de leraar. Als die een jong mens inspireert, is een wereld gewonnen. Laten we dus de leraar eren, die voor een heel bescheiden loon een heel belangrijke rol speelt in zo veel levens.’

Zo schrijft Philippe Remarque in zijn voorwoord van de zaterdagspecial van de Volkskrant: Leve de leraar. Een speciale bijlage over werken in het onderwijs. In de special zijn verschillende verhalen te lezen over orde houden, werkdruk, zij-instromers, de gezonde school en de leraar in films. De mooiste bijdragen gaan over de herinneringen die gekoesterd worden, onder anderen door Alexander Pechtold, Marianne Vos, Henk Schiffmacher en André Kuipers. Verhalen die vertellen over vertrouwen geven en krijgen, enthousiasmeren, richting geven en inspireren.

Elke leerkracht hoopt het verschil te kunnen maken. Hij heeft voor het vak van onderwijzen gekozen om bij te dragen. Een leerling talenten laten ontdekken die hij nog niet van zichzelf kende, of juist ruimte geven een talent verder te ontwikkelen. Een leerling vertrouwen geven ertoe te doen, ook al denkt zijn omgeving daar soms anders over. Een leerling enthousiast maken om naar school te gaan, ondanks dat het lang niet allemaal leuk en makkelijk is. Een leerling uitdagen te blijven leren, kennis op te doen om verder te komen in het leven. Kortom: een veilige plek bieden waar kinderen kansen krijgen zich te ontwikkelen.

Dat dit niet altijd lukt ligt voor de hand. Het beste onderwijssysteem bestaat niet. Elke leraar is anders, elk kind is anders. Met klassen van 30 kinderen kun je onmogelijk aan de wensen en behoeften van elk individu tegemoet komen. En toch probeer je het iedere dag weer.

Robert Marzano heeft een meta-analyse uitgevoerd op de onderwijsresearch van de laatste 35 jaar. Hij concludeerde dat er 11 factoren zijn die het succes van onderwijs bepalen, te verdelen in drie groepen:

Schoolniveau

  • Haalbaar en gedegen programma
  • Uitdagende doelen & effectieve feedback
  • Betrokkenheid van ouders en gemeenschap
  • Veilige, ordelijke omgeving
  • Collegialiteit & professionaliteit

Leraarniveau:

  • Didactische aanpak
  • Pedagogisch handelen & klassenmanagement
  • Sturing & herontwerpen programma

Leerlingniveau:

  • Thuissituatie
  •  Achtergrondkennis
  • Motivatie

Hij geeft aan dat 67% van het leereffect bepaald wordt door het vakmanschap van de leraar. Bij Marzano gaat het vooral om leerrendement. Het gaat erom dat duidelijk is dat de leraar ertoe doet.

Ook ik hoop, net als waarschijnlijk de meeste leraren, voor zoveel mogelijk kinderen de rol te kunnen spelen zoals die omschreven staat in de verhalen in de Volskrantspecial. Dat ik samen met mijn collega’s ervoor zorg dat ze sterk en vol vertrouwen de stap kunnen maken naar de middelbare school.

Mooi dat een landelijke krant eens op positieve wijze aandacht geeft aan het onderwijs en in het bijzonder de plek van de mensen die daadwerkelijk het verschil kunnen maken. Het kan altijd beter, en zelfkritiek is een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling. En natuurlijk dragen besturen, directies en andere betrokkenen bij aan voorwaarden die nodig zijn om te kunnen lesgeven. Maar het zal uiteindelijk in de klas moeten gebeuren.

Leve de leraar!

 

Leereffect van school & leraar
Leereffect van school & leraar

Voor meer informatie over het onderzoek van Marzano, bekijk deze site

 

 

Het leven van een leerkracht #2 Eén April!

1_april

Een jaarlijks terugkerend fenomeen in verschillende landen, waarbij de meest flauwe tot meest geniale grappen worden uitgehaald. Een dag waarbij leerkrachten extra op hun tellen moeten passen. Van de ouderwetse veters die vastzitten, zout in de koffie tot de snoepjes van tegenwoordig waar peper of sambal in zit. Een dag waar vele theorieën over zijn geschreven die niet kloppen, zoals Alva die zijn bril verloor bij Den Briel. De dag waarvan je wist dat die zou komen: 1 april.

Een paar dagen waren de kinderen in groep acht al bezig met de voorbereidingen. Want er moest toch een grap zijn waar meester in zou trappen! Van tevoren hadden we al afgesproken dat we geen geintjes zouden uithalen die voor anderen vervelend zijn, of waarbij dingen stuk konden gaan of vies zouden worden. De kinderen waren uitgedaagd om iets nieuws te verzinnen, iets wat niet eerder was gedaan. En dat is nog best lastig!

Zelf kon ik niks verzinnen dit jaar. Het is geen lievelingsdag van mij. Goede grappen kun je altijd uithalen, niet op één speciale dag. Zo heb ik ooit eens op officieel briefpapier van het bestuur brieven op alle bureaus van leerkrachten gelegd, met latex handschoenen erbij. De Mexicaanse griep kon uitbreken en iedereen moest de hele dag de handschoenen dragen. Met een geweldig resultaat als gevolg:  collega’s die tijdens het buitenspelen, voorlezen en zelfs bij de lunch de handschoenen aanhielden. Hilarisch voor diegenen die het wel doorhadden.  Of de paarse kleurstofpilletjes in de kraan, omdat een collega altijd bij mij water kwam halen. Onverwacht, dat is het beste.

Maar goed, kinderen zijn er gek op. Ik wilde iets verzinnen om ze te pakken te nemen. Op 31 maart deed de mogelijkheid zich voor. Veel kinderen hadden volgens mij niet gedoucht na gym. Dat hoeft het laatste uur niet, maar wel als je nog de hele middag in de klas moet zitten. Dus ik vertelde dat ik nu zeker wist wie wel en niet had gedoucht, omdat we tegenwoordig webcams hadden opgehangen. Geen probleem, alleen de directie kon op het scherm kijken. Hilariteit en ongeloof. Maar ze gingen er allemaal in. Volgende keer zouden ze hun zwembroek meenemen. Na overleg met een paar collega’s heb ik toen ’s middags toch maar verteld dat het niet echt was, omdat het een te serieus onderwerp is om lang grappen over te maken. Een 31-maart grap was dus het enige wat er in zat dit jaar. Maar we hebben er hard om gelachen.

1 April verliep vrij rustig. De school had een extra nieuwsbrief verstuurd waarin gevraagd werd om allemaal een eigen wc-rol met naam erop mee te nemen omdat de kinderen er vaak een puinhoop van maken. Groep 8 geloofde het niet, maar veel kinderen in lagere groepen wel.

In de klas gebeurde er niet veel, behalve een papiertje onder de muis van de computer waardoor deze niet werkte.

Totdat..

ik tijdens het bespreken van het huiswerk van zinsontleding ineens geen reactie op een vraag kreeg. Na drie keer nog niks. Ik keek het meisje aan, ze bleef stil zitten aan haar tafel. Vervolgens draaide ik mijn hoofd naar de andere kinderen en zag dat werkelijk iedereen ‘bevroren was’. Niemand reageerde, iedereen zat doodstil. Op mijn vraag: ‘Wie wil er een spekkie’ was er maar één iemand die toch per ongeluk zijn vinger opstak. Na een minuut deden alle kinderen net alsof er niks gebeurd was. Alle antwoorden werden gegeven. Dit herhaalde zich nog twee keer deze dag. Perfect getimed, goed uitgevoerd. Ze bleken flink geoefend te hebben bij de invaller om te zorgen dat ik er in zou trappen. Ik vond het de beste 1 april grap ooit. Slim bedacht, goed uitgevoerd, samenwerkend en volkomen onverwacht. Geen zout in de koffie, veters die loszaten of andere voor de hand liggende grappen.

Deze klas heeft klasse.

Het leven van een leerkracht #1

Het leven van een leerkracht, een reeks blogposts waarin je wekelijks wordt meegenomen in de wereld van groep acht.

‘Jongens kom op zeg, ik ben wat aan het uitleggen. Je kunt op zijn minst even deze kant opkijken zodat ik het idee heb dat het je interesseert’.

Ik hoor het mijzelf zeggen wanneer er tijdens een instructie getekend wordt, of gefrutseld met lijm en andere spannende & bijzondere objecten voor groep achters. Want wat valt er veel te ontdekken op zo’n tafeltje! Ik probeer dan uit te leggen dat ze misschien wel goed meedoen en opletten, maar ze dat met de houding van dat moment niet uitstralen. Elkaar aankijken, actief meedoen, vragen stellen, eigen inzichten betrekken bij het lesonderwerp. Daarmee laat je echt zien dat je betrokken bent.

Afgelopen week viel ik volledig door mand. Dit jaar volg ik zelf een opleiding en op mijn bureau lagen de hand-outs van de lesdag over kwaliteitszorg. Dia’s met aantekeningen erbij geschreven, maar vooral volgeklad met figuurtjes, tekeningen die niks voorstellen en andere onzinnige, niet ter zaken doende afbeeldingen. Als ik langer dan tien minuten moet luisteren dan gaan mijn handen vanzelf aan het werk en maak ik de mooiste vergaderkunstwerken. Ik hoor alles, stel vragen tussendoor en doe mee, alleen lang stilzitten zal nooit lukken. De kinderen bekeken de hand-outs. ‘Maar meester, je mag toch niet tekenen tijdens de les? Dan laat je niet zien dat je meedoet. Was het niet interessant genoeg?’ Direct en duidelijk. Ik mag nog blij zijn dat ze niet mijn kunstwerken van twix-papiertjes gecombineerd met theezakjes en pepermuntverpakkingen hebben gezien.

Maar ik vrees wel dat het gedaan is met de regel van niet tekenen tijdens de les. Concentreren en ondertussen kleine onzinnige bezigheden verrichten kunnen goed samengaan. Het is aan de leerkracht om te zorgen dat kennis tijdens instructiemomenten over wordt gedragen en dit direct tijdens de les te toetsen. Het gaat hier niet om de leerlíng- maar leerkráchtvaardigheden. Als vervolgens de aandacht toch teveel uitgaat naar de knutselvaardigheden dan is het goed om: a. Eerst eens na te gaan of de lesstof wel interessant genoeg is, en b. of  je wel  de juiste didactiek hanteert. Kinderen aanspreken komt dan op de laatste plaats.

Ik ervaar nu weer regelmatig hoe het is om langdurig te luisteren. Dan zit ik in de trein terug naar Haarlem en denk: we vragen soms teveel van de concentratieboog van kinderen. Zorg voor genoeg variatie in werkvormen en tussenmomenten waarbij energie kan worden opgedaan. Te vaak vervallen we in de gewoonte om het hele programma af te ronden zodat we met een voldaan gevoel de dag af kunnen sluiten. Maar het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit.

Gelukkig levert het werken met groep acht dagelijks momenten van reflectie op. Eén van de voordelen van het werken in het onderwijs. Maandag begint weer een nieuwe week, waarin het woord ‘aan-tekening’ een nieuwe betekenis heeft gekregen.

Leerkracht, a Hell of a Job.

FSipadBuitenspelen
Wordt-alles.nl?

Vanavond zag ik bij De Wereld Draait Door een item over de Steve Jobs Scholen die sinds 2013 zijn gestart. Maurice de Hond speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van deze scholen en samen met een directeur en twee kinderen legde hij uit hoe er op de school gewerkt wordt.

Al vrij snel betrapte ik mijzelf op een typische onderwijskwaal, kritische vraagtekens zetten en denken: ‘Gaat onze peilingspecialist mij nu vertellen hoe ik goed les moet geven? Ook bij deze gemeenteraadsverkiezingen bleken de peilingen er weer behoorlijk naast te zitten. Zorg eerst eens voor eigen gedegen resultaten voordat je je met andere (lees: mijn) zaken gaat bezighouden!’

Dit denken vanuit wij-zij komt regelmatig voor in het onderwijs. Logisch, want er werken nu eenmaal veel betrokken, bekwame en enthousiaste mensen die vooral behoorlijk eigenwijs zijn in het uitoefenen van hun vak. Lastig, aangezien leerkrachten juist te maken hebben met snelle vernieuwingen, digitale ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen. Daarbij wordt er continu van hen gevraagd  mee te gaan met de tijd, zich aan te passen en te ontwikkelen waarbij er ook betere resultaten behaald moeten worden. De steeds mondiger wordende ouders en kinderen, hoge verwachtingen van buitenaf gecombineerd met gedrevenheid en perfectionisme zorgt soms voor botsingen en denken in onmogelijkheden. Stilstand. Dat gebeurt al snel binnen het onderwijs zelf, laat staan wanneer mensen ‘van buitenaf’ zich ermee gaan bemoeien.

En daar liggen nou net de kansen voor de leerkracht. Want ik heb gemerkt dat het heel verfrissend kan zijn wanneer iemand eens met een totaal andere blik zijn ervaringen deelt of mening geeft over het werken op school, de manier waarop er wordt gecommuniceerd, de balans tussen opbrengsten en talentontwikkeling, het kunnen geven en ontvangen van feedback, de slag die te maken valt wat betreft professionalisering. Er zijn er talloze voorbeelden te noemen. Dit hoeft niet ten koste te gaan van dat wat er al is, het kan een waardevolle aanvulling zijn. Eerlijk, ik denk niet dat ik na deze uitzending direct veranderd ben. Die ontwikkeling gaat wel even duren ben ik bang. Maar verbetering begint toch altijd bij jezelf.

En dus ga ik mij de komende tijd verdiepen in de achtergronden van de Steve Jobs School.  Wat kan ik eruit halen als aanvulling voor mijn eigen praktijk? Welke voordelen heeft het concept ten opzichte van ons onderwijs? Waar liggen de raakvlakken? En het zal naast het beantwoorden van mijn vragen ongetwijfeld ook vragen oproepen. Hoe zit het met de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen? Zijn er al betrouwbare resultaten op deze korte termijn? Zijn er onderzoeken die weerleggen dat kinderen beter leren /onthouden door te schrijven in plaats van te typen? Hoe zit het met de ‘afleidbaarheid’ van kinderen? En de zone van naaste ontwikkeling waarbij kinderen van elkaar leren doordat de één net iets verder is dan de ander binnen de samenwerking? Kan dat nog als ze zoveel op eigen niveau werken?

Je kunt niet in één keer het hele onderwijs veranderen. Dat zou ook niet gewenst zijn. Net als dat kinderen verschillende leerstijlen, behoeften en (on)mogelijkheden hebben, zo hebben leerkrachten deze ook. Er is geen onderwijsstijl die voor zowel alle kinderen als  leerkrachten perfect is. Leren van elkaar kan wel. Mensen die anders denken, die niet altijd volgens bestaande regels en gewoonten acteren hebben in het verleden het verschil gemaakt. Steve Jobs was daar een mooi voorbeeld van. Ik laat mij verrassen.

lees hier meer onderwijs-artikelen

Elke leerling telt!

Elke leerling telt?

Vanaf het moment dat de puberteit begint, komen we langzaam in aanraking met belangrijke vraagstukken . Wie ben je? Wat wil je uitdragen? Bij welke groep wil je horen? Of bewust nergens bij? Welk vakantiebaantje neem je? Wie zijn je vrienden? Wat valt er te ontdekken?

Het zoeken naar antwoorden op deze vragen resulteert in het moeten maken van belangrijke keuzes. Wat zou je willen studeren? Ga je op kamers of blijf je thuis wonen? Wat doe ja na de studie? Reizen, werken, doorstuderen? Waarin investeer je? In je relatie, vrienden, werk, jezelf?

Het maken van keuzes…
Het maakt ons tot wie we zijn, waar we voor staan. Alles wat jij beslist heeft invloed op het verloop van jouw leven en dat van anderen. Ook willen we graag dat anderen rekening met ons houden.  We hebben immers onze wensen, eisen, maniertjes en onmogelijkheden. Waarschijnlijk merken we allemaal hoe lastig dat kan zijn,  zeker omdat we niet overal invloed op hebben.

Vertalen we dit naar het onderwijs, dan blijkt dat we weinig geleerd hebben van onze eigen ervaring. Keuzes maken is belangrijk, maar wel op basis van argumenten, vergelijken en ervaring. En wat doen we vervolgens? In groep acht geven we kinderen een advies en op basis daarvan laten we ze een school kiezen. Als ze op het vmbo-b terechtkomen moeten ze direct al rekening houden met de verschillende richtingen. Wil ik de kant van de horeca op, de zorg of de media? Op het vmbo-t worden ze na twee jaar geconfronteerd met het kiezen van een profiel, op de HAVO na drie jaar en op het VWO na vier jaar. Waar vroeger alle scholengemeenschappen gemengde brugklassen hadden waarbij kinderen nog de kans hadden zich te ontwikkelen, komen deze gemengde klassen steeds minder voor. Ook wordt de mogelijkheid om door te ontwikkelen vaker gebaseerd op cijfers en veiligheid, in plaats van op stimuleren en durf. Ligt dit aan het onderwijs zelf? Voor een deel. Eigen verantwoordelijkheid nemen is belangrijk en het blijft mooi om te zien dat veel scholen dit blijven doen . Ondanks het feit dat onze regering (en daarmee de maatschappij) meer waarde hecht aan eindtoetsen, enkele meetmomenten en scholen afrekent op hun examenresultaten. Of kinderen zich als mens ontwikkelen, creatieve, innovatieve en organisatorische vaardigheden  beheersen waarmee ze zich kunnen onderscheiden met de rest van de wereld komt op de achtergrond te staan. Cijfers = meten, cijfers = weten. Dat is het motto dat centraal staat.

Ontwikkeling verdwijnt uit het onderwijswoordenboek. Dat elk mens zich op een eigen manier ontwikkelt en in een bijpassend tempo, daar hebben we geen boodschap aan. Je hoort te passen in een profiel, opgesteld voor de gemiddelde mens. Was Rembrandt een gemiddeld mens? Antoni van Leeuwenhoek? Johan Cruijff? Annie M.G. Schmidt? Freddy Heineken?  Natuurlijk verwachten we niet dat iedereen uitzonderlijke kwaliteiten heeft. Maar laten we wel uitgaan van het feit dat iedereen uitzonderlijk is. Dat we mensen, en daarmee te beginnen kinderen, ruimte en tijd geven hun kwaliteiten en tekortkomingen te ontdekken. Dat kan wat mij betreft samengaan met structuur, toetsing en reflectie.

Keuzes maken is belangrijk. Of ze nu voordelig of nadelig uitpakken, je leert ervan. Alleen betekent keuzes maken wel dat je dat gefundeerd mag doen. Geef kinderen de kans te beginnen met het stellen van vragen en het zoeken naar antwoorden.  Zorg dat je hun ontwikkeling stimuleert. Probeer het beste te bereiken binnen het systeem waarin je moet werken. Mensen in het onderwijs doen hun uiterste best om te voldoen aan de steeds hogere verwachtingen. Laten we ze helpen en het systeem de komende jaren aanpassen zodat iedereen de kans krijgt die hij verdient om zich te ontwikkelen.

Dat kan drastisch, dat moet misschien ook. In één klap het onderwijs en de professionals veranderen is lastig, dat weet ik. Dat is misschien onmogelijk en moet je niet verwachten. Maar we kunnen beginnen met een verandering in onze cultuur. Eén waar plek is voor vertrouwen aan de school die in samenwerking met ouders samen zorgdraagt voor ontwikkeling. Een ontwikkelcultuur in plaats van een afrekencultuur. Het is belangrijk eisen te stellen en professionals hierop aan te spreken, dat mag alleen niet ten koste gaan van de kwaliteit. We willen geen onderwijs dat kinderen voorbereidt op toetsen, we willen onderwijs waarbij de kans op ontwikkeling optimaal is. Letterlijk staat er in de kerndoelen:

Ik vind het belangrijk dat scholen de ruimte krijgen om eigen keuzes te maken, keuzes die passen bij de school en de omgeving van die school. De nieuwe kerndoelen sluiten daar goed op aan.

Scholen krijgen zo de ruimte om keuzes te maken die passen bij het eigen profiel. Want elke school is uniek, elke leerling is uniek, elke leerling telt. 

Mooie woorden. Fijn dat scholen ruimte krijgen om eigen keuzes te maken. Laten we de kinderen hier alleen niet mee lastig vallen. Kinderen horen de ruimte krijgen zich te ontwikkelen, want elke leerling telt.