Daar pleit Erik Roosken nog net niet voor in zijn artikel in de Volkskrant, maar hij haalt het wel aan als argument voor de toenemende werkdruk. Althans, hij geeft aan dat deze feestdagen net als kinderboekenweek, sportdag, juffendag, nationaal schoolontbijt en projectweek niet tot de taak van leerkracht behoren. We zijn er immers ‘om bij de kinderen een gedegen basis te leggen voor de rest van hun leven’. En hij betwijfelt ook of kinderen van deze activiteiten gelukkig worden.
Afijn, we kunnen hier uitgebreid onderzoek naar doen maar we weten allemaal dat de meeste kinderen gek zijn op deze bijzondere dagen en dat dit ‘erbij hoort’. Erik Roosken gebruikt het om een knuppel in het hoenderhok te gooien. Hij wil een tegengeluid laten horen. Omdat er zoveel discussie is over de vermeende werkdruk in het basisonderwijs. De laatste weken, en met name na de uitzending van De Monitor, wordt er namelijk veel geschreven en gesproken over werkdruk. Maar bestaat deze werkdruk wel?
Erik Roosken denkt dat het allemaal wel meevalt. Inspectienormen hoef je je niet aan te houden, doelen hoef je niet altijd te halen (mits het maar te verantwoorden is), de hoeveelheid administratie heb je zelf in de hand en nakijken is vaak niet nodig. Dat laatste argument kan ik beamen. Nakijken heeft alleen zin als er wat mee gedaan wordt. Dus elke dag alles nakijken en dan op een stapel leggen is zonde van de tijd. Maar laten we eens kijken naar de eerste drie argumenten.
Ik ben het met Erik Roosken eens dat het basisonderwijs te vaak het ‘braafste kind van de klas’wil zijn. Steeds meer moet worden vastgelegd, steeds vaker wordt verwacht dat leerkrachten op een ‘cyclische, verantwoorde wijze’ structureel en doelmatig het lesaanbod aanpassen aan de ontwikkelingsbehoeften van het kind. Leerkrachten worden verantwoordelijk gehouden voor de uitvoering hiervan. De druk om dit te doen komt niet alleen vanuit de inspectie, maar ook vanuit besturen en directies. Je kunt dus wel zeggen dat het hier om ‘fantoomwerkdruk gaat zoals Sander Dekker aangeeft’, zo wordt dit niet ervaren door veel uitvoerders: de leerkrachten. En dus hebben zij wel degelijk recht van spreken als het gaat om het ervaren van werkdruk.
Wat vaak vergeten wordt, is dat de meeste leerkrachten kiezen voor hun vak omdat ze gemotiveerd, betrokken en gepassioneerd zijn. Ze willen hun werk goed uitvoeren. Ouders verwachten, terecht, goed onderwijs voor hun kind maar vergeten wel eens dat er 30 kinderen in een klas zitten. Directies verwachten, terecht, goed onderwijs door hun team maar vergeten wel eens dat er 30 verschillende leerkrachten op hun school werken die allemaal 30 verschillende kinderen met 60 verschillende ouders in hun klas hebben. En de leerkrachten? Die proberen zich in dit geweld van verwachtingen te richten op hun belangrijkste doelgroep: het kind.
Over de vakanties en vrije dagen gaan we het maar niet uitgebreid hebben. Want dan wil ik graag de hoeveelheid overuren, onbetaald, hierin meenemen. En de avonden waarop gewerkt wordt. En de dagen in de vakanties die je verplicht terug moet komen (want men denkt nog steeds dat de zomervakantie ook voor leerkrachten zes weken duurt). En de afgeschafte compensatie (adv) dagen. En zo fijn is het niet, altijd in het hoogseizoen op vakantie moeten gaan 😉
Er kan veel geklaagd worden in het onderwijs. Kritisch kijken naar jezelf is gezond en belangrijk. Wat kun je zelf doen om de werkdruk te verminderen? Een tegengeluid is goed. Maar dan wel op basis van feiten. Niet op een manier die doet denken aan het populisme zoals dat in de politiek steeds vaker gehanteerd wordt om kiezers te trekken. Heeft Erik Roosken genoeg onderzoek gedaan op verschillende soorten scholen in diverse regio’s om zo’n duidelijke mening te geven? Of praat hij alleen vanuit eigen ervaring? Kun je dan zo duidelijk stellen dat het allemaal wel meevalt met de werkdruk?
En er valt genoeg te verbeteren in het onderwijs. Daar wordt hard aan gewerkt. En dat harde werken zou beter beloond moeten worden. Want daar zijn Erik Roosken en ik het over eens. Passende waardering voor een belangrijke pijler in onze maatschappij.