“Dekker wil experiment met regelvrije scholen. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs wil een experiment starten met regelvrije scholen. ‘Als je goede scholen hebt durf ik het wel aan om te zeggen: we doen het zonder de inspectie, we doen het zonder Den Haag, maar dan wat mij betreft ook zonder de cao’. Dekker deed zijn uitspraken in een debat over excellent onderwijs, georganiseerd door het NCRV-programma Altijd Wat.
Hij reageerde tijdens de bijeenkomst in De Rode Hoed in Amsterdam op de kritiek van aanwezige docenten dat het onderwijs dreigt te bezwijken onder de regeldruk uit Den Haag. Dekker: ‘U zegt, geef ons de ruimte? Ik wil die ruimte graag bieden.’ Volgens Dekker wordt de regeldruk wel vaak overdreven. Er is veel meer vrijheid dan vaak wordt gedacht, bijvoorbeeld over de onderwijstijden. Die zijn volgens Dekker niet in de wet of in de cao vastgelegd. ‘Als de school vindt dat je om tien uur moet beginnen in plaats van half negen, dan zou ik zeggen: doe het.’ “
Zondagavond, bijna klaar voor een nieuwe schoolweek en luisterend naar de muziek van First Aid Kit komt het toch ineens bij me op nog iets te schrijven over Koefnoen.
Ik zal er geen lang verhaal aan wijden, want het gaat bij dit onderwerp vooral om het kijken en genieten. Wat een knappe prestatie van Koefnoen om de klassieke ouderavond van een groep acht neer te zetten zoals zij dat doen bij de afleveringen van ‘Ouders van de Karrekrak’.
Voor leerkrachten een feest om naar te kijken. Je herkent direct enkele ouders terug: Petra, steeds weer opkomend voor haar eigen Wiebe die het zwaar heeft met zijn dyslexie en dyscalculie, de ouder die zelf jaaaarenlange ervaring in het onderwijs heeft of de ouder die altijd kritisch is over het onderwijs. En de af en toe lullige onderwerpen waar het over gaat, zoals luizenpluisouders, in aflevering twee overigens mooi neergezet als het zoeken naar een mascotte voor de ‘kinder-kak-week’. En wat een vondst is het prachtige woord ‘buitenbegaafd’.
Ik heb veel ouders gehoord die zichzelf herkennen in de typetjes. Niet altijd zo overdreven zoals bij de Karrekrak, maar toch wel duidelijk kenmerkend. Hopelijk zorgt het voor enige zelfreflectie. En dat geldt overigens ook voor de leerkrachten. 😉
Maar los van effecten die de serie kan hebben, ga vooral genieten van aflevering 1 en 2 via de links hieronder! Op naar aflevering 3!
Loslaten. Volgens Van Dale het ‘in vrijheid stellen’ of ‘met rust laten’. Ik ben er zelf niet goed in. Vooral niet als het gaat om werk. Ik neem mijn werk mee naar huis, denk er dagelijks over na en doe het liefst alles zelf. Controle houden, dat past meer bij mij. Zo min mogelijk nee zeggen en zoveel mogelijk touwtjes in handen houden. Er zijn natuurlijk grenzen. Met twee linkerhanden laat ik klussen thuis graag los. Lees ook wel: ‘door anderen doen’ of ‘links laten liggen’. Dat schiet dan natuurlijk niet op.
De laatste jaren merk ik dat ouders meer moeite hebben met loslaten. Van hun kinderen in dit geval. Steeds vaker worden wij gemaild waarbij zorgen over kinderen worden uitgesproken. Vooral aan het begin van het jaar wanneer we op schoolkamp gaan: mijn kind heeft moeite met weg zijn van huis, slapen ze wel lang genoeg, houden jullie rekening met allergieën, hoe zit het met de kamerindeling, kunnen ze wel fietsen in een groep, letten jullie op teken, mogen ze douchen, smeren jullie de kinderen in als het warm is, willen jullie af en toe vragen of alles wel goed gaat?
We voeren gesprekken van tevoren en krijgen soms hele gebruiksaanwijzingen hoe we met de kinderen rekening kunnen houden. Gelukkig hebben we na acht jaar redelijk wat kennis opgebouwd over elk kind. En gaan we elk jaar op kamp, met een begeleiding van 12 leerkrachten die inmiddels weten wat nodig is om een kamp voor elk kind succesvol te maken.
Ouders zijn dus betrokken. Dat is een fijne constatering. Liever bezorgdheid dan onverschilligheid. Liever een extra gesprek dan een gebrek aan nodige kennis.
En toch.. Afgelopen weken heb ik regelmatig aangegeven: ‘laat het los’. Ik zat dit tijdens het schoolkamp te overdenken. Wat betekent dat loslaten eigenlijk? Wat verwacht ik van ouders? Dat ze zich helemaal niet meer bemoeien met hun kind? Natuurlijk niet. In de titel van dit blog, een lied van Van Dik Hout, wordt laten vallen gebruikt. Het zou niet best zijn als dat gebeurt. Blijf dus vooral betrokken! Maar wat wil ik dan wel?
Op de site 365 succesvol las ik het volgende: ‘Pak eens een steen in je hand. Je kunt deze steen nu loslaten zodat hij valt. Maar je kunt hem ook loslaten met de handpalm naar boven. Zo kan de steen zijn wat hij is, je kan het blijven voelen, met je aandacht erbij zijn en als de steen zijn eigen weg gaat is het oké.’
Nu wil ik kinderen niet vergelijken met stenen. Maar plaats je kind eens in gedachten in diezelfde handpalm. Laat het eigen keuzes maken, geef het de kans het zelf te doen en van deze ervaringen te leren en stuur bij waar nodig. Dat is iets waar we in het onderwijs belang aan hechten en waar nog stappen in te maken zijn. Niet alleen door leerkrachten, ook door ouders. Kinderen kunnen vaak meer dan wij denken. Ze zijn vaak een stap verder dan wij denken. En natuurlijk gaat dat niet altijd goed. Maar van fouten leer je.
Loslaten dekt niet de lading van wat ik wil. Want een kind moet kunnen leunen op zijn omgeving wanneer dit nodig is. Maar misschien moeten we ze af en toe meer laten gaan en zelf laten ontdekken. Uitgaan van vertrouwen in plaats van onmogelijkheden. Mijn nichtje heeft een vader die bedreven is in het laten gaan. Hij creëert samen met haar moeder de ruimte en mogelijkheden voor haar om op onderzoek uit te gaan. En soms gaat dat mis. Maar dan zijn haar ouders er om haar te helpen. Ze leert en ontwikkelt zichzelf, kijkt naar hoe andere kinderen iets doen en probeert dat zelf ook.
Laat een kind niet vallen, laat het niet los maar laat het wat meer gaan. In de Kennemer Boekhandel zag ik laatst een boekje liggen: How2talk2kids van Adele Faber en Elaine Mazlish. Zij geven tips hoe je als ouders de zelfstandigheid van kinderen kunt bevorderen door middel van effectieve communicatie. Een aanrader voor elke ouder om te lezen. Niet om alles exact te doen zoals zij zeggen, maar om eens te reflecteren op je eigen opvoeden en te kijken of hier nog verbeteringen in mogelijk zijn.
Laat je verbazen door wat kinderen al kunnen. Dat is meer dan je misschien zelf denkt. Ga uit van lukken en niet van falen. En die les kan ik mijzelf ook nog dagelijks leren.
Al jaren vindt rond maart dezelfde discussie plaats: waarom moet er nou alweer geloot worden om een plek te krijgen op de middelbare school? En waarom duurt dat proces zo lang? Kan het niet anders, beter, sneller?
Op de eerste vraag is eenvoudig antwoord te geven. Een school kan niet het ene jaar 100 brugklassers aannemen en het jaar erop 300. Dat zou namelijk betekenen dat er lokalen moeten worden bijgebouwd, leerkrachten aangenomen en dat verandert de gehele schoolorganisatie. Als het jaar erop weer minder leerlingen worden aangemeld staan er lokalen leeg en moeten diezelfde leerkrachten ontslagen worden. Er is dus beperkt plek en daar zullen ouders en kinderen altijd mee te maken houden.
Kan het niet anders? Jazeker. Dit jaar is het de schoolbesturen in Zuid-Kennemerland gelukt een nieuwe lotingsprocedure vast te stellen. Kinderen en ouders geven een top vijf op in geval van vmbo-t, havo en vwo. En een top twee bij een praktijkonderwijs- of vmbo-b advies. Vervolgens komen alle scholen bij elkaar om te zorgen dat er zoveel mogelijk kinderen op hun nummer één keuze worden ingedeeld, vervolgens nummer twee etc. Indien er teveel aanmeldingen zijn wordt er geloot, vindt er een tweede ronde plaats en dat gaat net zo lang door tot elk kind een plek heeft.
Is dit beter? Sneller? In elk geval krijgen alle kinderen op dezelfde dag te horen op welke school ze zijn aangemeld. Er is dus geen sprake meer van een periode van enkele weken waarin kinderen en ouders opnieuw een keuze maken en moeten afwachten of dit gelukt is, om vervolgens in het ergste geval weer uitgeloot te worden. Sneller is het dus zeker.
Of het beter is? Je kunt vaststellen dat het fijn is dat elk kind dezelfde dag te horen krijgt naar welke school hij kan gaan. En dat de periode van onzekerheid voor het grootste deel is weggenomen. Daarnaast is het nu nog belangrijker dat kinderen en ouders zich breed oriënteren. Kijk niet naar één school, maar ga naar zoveel mogelijk scholen zodat je goed kunt vergelijken. Dat geven we in groep acht al jaren aan, maar nu is het noodzakelijk omdat er anders geen top twee of top vijf kan worden gegeven. Geen tunnelvisie maar de horizon verbreden, ook beter dus.
Er blijven nadelen bestaan. Je zou het liefst willen dat elk kind naar de school van eerste keuze kan gaan. Helaas is dit organisatorisch onmogelijk. Natuurlijk, scholen verschillen van elkaar. De ene school profileert zich vooral op creatief gebied, de ander op techniek of sport. Maar er is één ding dat de scholen in onze regio gemeen hebben: de kwaliteit is overal voldoende tot goed. Afgelopen jaar waren er vrijwel geen scholen met een onvoldoende beoordeling. We zouden dus voor een deel kunnen spreken van een luxe-probleem. In grote delen van Nederland gaan alle kinderen naar dezelfde school, omdat dat nu eenmaal de enige school in de buurt is. Wij mogen en kunnen kiezen. Dat heeft blijkbaar voor- en nadelen maar ik denk dat met dit systeem de voordelen het grootst zijn.
Het blijft lastig. Iedereen wil het beste voor zijn kind, en terecht. Ik heb ervaren dat de kinderen die bij ons zijn uitgeloot het prima naar hun zin hebben gehad op de middelbare. Op welke school dan ook. Er zijn veel meer factoren van belang voor het slagen van de schoolperiode, denk maar aan klasgenoten, leerkrachten, mentoren en vooral de eigen wil tot succes.
Kan het beter? Ik denk dat er nog een slag te slaan is op digitaal gebied. Dat versnelt het proces en scheelt een hoop werk. Daarnaast kun je dan de meest gunstige loting berekenen, in plaats van uit te gaan van zoveel mogelijk nummers één. En misschien zou je nog meer rekening moeten houden met de plaats van de school in de buurt. Maar dat is weer een nieuwe discussie: wat moet een grotere rol spelen, de wens van het kind, ouder of de afstand tot de school? Daarnaast is het afwachten wat de nieuwe verplichte centrale Eindtoets betekent voor dit systeem. Iets waar goed over wordt nagedacht. We zullen het vanzelf gaan ervaren binnenkort.
Tenslotte hoop ik dat er in de toekomst op meer scholen gebruik wordt gemaakt van echte brugklassen. Een periode waarbij je niet op je elfde al wordt ingedeeld en vervolgens met moeite kan omschakelen naar een ander niveau. Maar waar je nog de tijd krijgt te laten zien waar je kwaliteiten liggen en hierop wordt ingespeeld door de school.
Desondanks is er een grote stap gemaakt. Naast een goede regio rondom Passend Onderwijs stel ik ook vast dat er hard wordt gewerkt aan een goede overgang van basisschool naar middelbare school, en dat heeft effect.
Ik ben benieuwd naar jullie mening en ervaringen dit jaar!