Tag archieven: politiek

Politici: luister, trek het je eens aan & geef het goede voorbeeld!

Eén van de grote thema’s in groep acht is ‘Stem op mijn partij’. De kinderen krijgen les over hoe de politiek in Nederland werkt, denken na over problemen in de wereld en gaan op zoek naar oplossingen. Ze maken eigen partijen, schrijven een verkiezingsprogramma en uiteindelijk wordt er toegewerkt naar de einddebatten. Belangrijk daarbij is dat elke mening telt en er goed naar elkaar geluisterd wordt. Luisteren, reageren, de ander proberen te overtuigen zonder daarbij persoonlijk te worden.

Kijkend naar het ‘debat van Nederland’ kwam ik tot de conclusie dat we vooral niet naar praktijkvoorbeelden moeten kijken dit jaar. Sterker nog, andersom is misschien een beter idee. De lijsttrekkers die vooral veel door én langs elkaar heen praten zouden nog een hoop kunnen leren van de aankomende generaties. 

Gisteren had ik het in de klas over een quote die ik onlangs leerde: ‘Je hoeft nooit tegen de ander op te kijken, maar ook niet op de ander neer te kijken’. Pestgedrag in groepen is één van de meest moeilijke dingen om grip op te krijgen. Daar zou ik een heel blog aan kunnen wijden. Je ziet niet alles, je hoort niet alles. De grens van plagen tot pesten is niet altijd duidelijk. Maar er zijn een hoop dingen waar je als volwassene wel invloed op hebt, en het goede voorbeeld geven is één daarvan. Dat zouden de lijsttrekkers van nu zich mogen aantrekken. 

Wat wordt er slecht naar elkaar geluisterd. Wat wordt er neergekeken op de ander. Wat wordt er veel op de persoon gespeeld. Zelfs opmerkingen over het postuur van iemand. De ene lijsttrekker maakt een opmerking, de anderen staan erbij en zeggen er niets over. Een slechter voorbeeld voor kinderen kun je haast niet geven. En dan wel spreken over ‘premierwaardig’?

Hopelijk passen de lijsttrekkers hun toon aan, zeker aankomende zondag bij het Jeugdjournaaldebat. Want anders verpesten ze niet alleen de huidige politieke discussie, maar ook die van de aankomende generatie. Een generatie die overigens al met genoeg uitdagingen te kampen krijgt waar ze niet om gevraagd heeft. Laat de politici daar eens over in discussie gaan met elkaar en tot gezamenlijke oplossingen komen. 

Laat zien dat politiek wél ergens over gaat.

Kijk om je heen

Iemand uit mijn facebookkring schreef een tekst onder de titel ‘Niets is wat het lijkt’. Daarin vertelt hij over een virus dat bewust de wereld in is geholpen, dat agenten bewust rellen uitlokken en dat alle maatregelen die genomen worden overbodig zijn.

Dit doet pijn.

Pijn vanwege een vriend van mij die bij de politie werkt en keihard werkt om andermans veiligheid te waarborgen. Tegen vandalen die menen dat protesteren hetzelfde is als stenen gooien, ramen inslaan en spullen van anderen vernielen. 

Pijn vanwege de zorgmedewerker, die dagelijks te maken heeft met ziekte en sterfte vanwege Corona. Mede hierdoor kan de reguliere zorg niet altijd meer gegeven worden.

Pijn vanwege de mensen die in de horeca of detailhandel werken en moeten toezien hoe hun zaken vernield worden. 

Maar vooral pijn omdat het in mijn ogen onnodig afbreuk doet aan het land waar we met elkaar wonen.

Het is verdrietig om te zien dat er zoveel argwaan en wantrouwen is. Tegen de overheid, tegen de politie, tegen de zorg. Maar het maakt mij vooral kwaad dat mensen hier misbruik van maken. Door met complottheorieën te komen. Door mensen bewust tegen elkaar op te zetten. 

Ons prachtige land wordt op deze manier stukje bij beetje kapot gemaakt. En dat valt niet te accepteren. Dat wordt terecht hard aangepakt. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Recht op demonstratie ook. Maar daar hoort een verantwoordelijkheid bij. Precies dat maakt het verschil. 

Neem je die verantwoordelijkheid niet, dan maak je ons land en alles wat door zoveel mensen is opgebouwd moedwillig stuk. Dát is waar populistische politici voor staan.  

Ik hoop dat anderen deze verantwoordelijkheid wél nemen. Luister naar elkaar. Luister naar wat er leeft. Zet anderen niet weg als wappies en gekkies. Want we weten inmiddels heel goed wat er gebeurt als ontevredenheid wordt gevoed door nepnieuws en indoctrinatie.

Dat is waarom de aankomende verkiezingen extra belangrijk zijn. Zoals De Dijk al zong: ‘Tuurlijk zijn er hufters… maar kijk om je heen, wij zijn er ook nog, wij zijn met de meesten.

Hopelijk komen we weer nader tot elkaar, via het woord. Want laten we het over één ding eens zijn: dit land mág en zál niet kapot worden gemaakt door een kleine groep relschoppers die door middel van geweld hun stem willen laten horen. 

Een stem laat je hóren. In een gesprek, in de krant, of bij verkiezingen. Gebruik dat recht.

Wij zijn er ook nog 
Wij zijn met de meesten
Met mensen die snappen hoe je als vriend
Door de verschillen heen over de grenzen
Elkaar recht in de ogen kunt zien

Kijk om je heen

(De Dijk, Recht in de ogen)

Perspectief

Perspectief

voor de zorgmedewerker, die al jaren onderbetaald belangrijk werk verricht en waar we afgelopen jaar nog eens duidelijk op gewezen werden

voor de ondernemer in de horeca, die weer wil nadenken over opbouw en nieuwe plannen ontwikkelen

voor de inwoner van Groningen, waar de scheuren in de huizen zijn ontstaan door gasboringen waar heel Nederland van heeft geprofiteerd

voor de patiënt, die op dit moment niet geholpen kan worden wegens gebrek aan zorgpersoneel en capaciteit

voor elk kind, in welk gezin en welke buurt het ook opgroeit. De documentaire ‘Klassen’ brengt de kansenongelijkheid en belang van goed onderwijs mooi in beeld

voor de starter op de woningmarkt, die op dit moment geen enkele kans maakt om een betaalbare woning te vinden

voor de leerkracht, die graag het onderwijs wil bieden dat nodig is maar te maken krijgt met te grote klassen, te veel administratie en allerlei verwachtingen ipv de noodzakelijke ruimte, begeleiding en waardering

voor de gedupeerde van de toeslagenaffaire, die eindelijk eens gerechtigheid verdient

voor de Nederlander, die uitgedaagd wordt mee te doen en verantwoordelijkheid te nemen, maar daar ook de ruimte en passende hulp bij krijgt

vult u de nummer tien aan?

Perspectief

Lerarentekort: verplaats leerkrachten niet, leid ze op!

Afgelopen week zette ik het volgende bericht op linkedin:

Walgelijk dit soort acties om mij weg te trekken bij mijn huidige school. Bespaar de moeite mensen. Ik zou blij zijn met een oplossing voor het lerarentekort en betere arbeidsvoorwaarden, maar dit soort bedrijven die geld verdienen aan het lerarentekort hoeven niet bij mij aan te kloppen.

Het ging hier om een van de dagelijkse meldingen via de mail en linkedin. Verstuurd door allerlei recruitmentbureaus die tegenwoordig door besturen worden ingehuurd om leerkrachten aan te trekken. Inmiddels is het bericht meer dan 100.000 keer bekeken en wordt er flink over gediscussieerd. Het woord ‘walgelijk’ valt niet bij iedereen in goede aarde. Tijd voor een korte uitleg.

17 Jaar ben ik werkzaam in het basisonderwijs en dat doe ik met hart en ziel, zoals zovelen in deze sector. De laatste jaren zien we de het lerarentekort oplopen, de druk van buitenaf toenemen en daardoor de kwaliteit afnemen. Klassen worden naar huis gestuurd. Waar het onderwijs vervolgens weer op wordt aangesproken. En dat doet pijn.

Want het is de politiek die passend onderwijs is begonnen, een van de vele bezuinigingsmaatregelen waardoor de klassen niet alleen voller zijn maar ook diverser, inclusief leerlingen met specifieke zorgbehoeften. Het is de samenleving die sneller verandert dan het onderwijs aankan, want geld voor technische vernieuwing is er te weinig waardoor we achter de feiten aanlopen. Het is ook de samenleving die, terecht, hoge eisen stelt aan de kwaliteit van het onderwijs maar vergeet dat de mogelijkheden niet aansluiten bij deze eisen. En natuurlijk heeft het onderwijs zelf ook te lang liggen slapen en had men veel eerder aan de bel moeten trekken.

En wat gebeurt er nu om de problemen op te lossen? Het geld dat bedoeld is voor onderwijsdoeleinden wordt door besturen uitgegeven aan recruitmentbureaus om leerkrachten aan te trekken voor de eigen scholen. Dat is een verplaatsing van het probleem, geen oplossing. Daarnaast wordt geprobeerd zoveel mogelijk mensen op korte termijn aan te trekken om ‘voor de klas te zetten’. Volgens mij is goed lesgeven meer dan alleen voor de klas staan. We hebben het verdorie niet over een oppasbaantje. Vroeger had je de Pabo, daarna kwam de deeltijd, toen de verkorte deeltijd en nu de flexibele duale en digitale Pabo’s. Als het zo doorgaat kunnen we over een paar jaar het papiertje ophalen bij de gemeente. Iedereen voor de klas, en het tekort is opgelost.

We lijken te zijn vergeten dat het gaat om een serieus vak. Een vak ja, waar je voor moet leren. Want lesgeven aan een groep van 30 kinderen met verschillende leerstijlen en niveaus is niet iets wat je zomaar doet. Het onderwijs is een prachtige sector om in te werken. Maar laten we het snel weer serieus nemen.

We hebben het over de toekomst van ons allemaal. Duurzaam investeren, het leraarschap aantrekkelijk maken, zorgen dat leraren blijven werken en niet overstappen naar een andere sector. Dat zijn oplossingen.

Kwaliteit goed onderwijs willen we allemaal. Dat kun je niet alleen roepen, daar moet je serieus in investeren.

Omgangskunde op de basisschool: verplicht vak of excuus?

Wie de afgelopen dagen televisie heeft gekeken of radio heeft geluisterd zal hebben opgemerkt dat de ‘verruwing van de samenleving’ centraal stond.

Tijdens de uitreiking van de Televisierring riep winnaar Johnny de Mol op tot ‘meer verdraagzaamheid, meer respect en meer liefde voor elkaar’. Bij RTL Late Night zat Wendy van Dijk. Zij had een kort geding aangespannen tegen Quote omdat dit tijdschrift over vermeend cocaïnegebruik van Wendy en haar man Erland Galjaard had geschreven. Frits Spits zat aan tafel en ook hij stelde dat we in Nederland op de verkeerde manier met elkaar omgaan. Bij Spijkers met Koppen op radio 2 ging het in een gesprek met Emile Roemer over de manier waarop politici elkaar bejegenen in de Tweede Kamer. Felix Meurders haalde het Nationale Schoolonderzoek van het Algemeen Dagblad aan. Daaruit blijkt dat ouders het vak ‘omgangskunde’ willen invoeren en hij vroeg Emile Roemer of politici dit vak niet zouden moeten volgen.

En daar zijn we weer bij het onderwijs beland. Elke keer wanneer er iets mis is in onze samenleving wijzen de vingers naar de kinderen: de jeugd zal het later beter moeten doen. Natuurlijk aan alle meesters en juffen van het basisonderwijs de schone taak dit uit te voeren. Maar waar gaat het nu eigenlijk mis?

Wie zijn er verantwoordelijk voor die verruwing van onze maatschappij? Zijn het de kinderen die elkaar in de Tweede Kamer op idiote wijze aanspreken en afmaken, lettend op de peilingen zonder daadwerkelijk de inhoud centraal te stellen? Zijn het de kinderen die verzonnen verhalen in een tijdschrijft zetten waarbij anderen beschadigd worden? Zijn het de kinderen die in Woerden met bivakmutsen een AZC bestormen, in Oranje tegen een auto van staatssecretaris Dijkhoff aanschoppen, in een tweet schrijven ‘Volkert, hier heb je je volgende kandidaat om af te knallen, je bent nu toch vrij’ of in een voetbalstadion elkaar de hersens inslaan omdat je toevallig een andere club support?

Misschien zouden de volwassenen van nu eerst eens goed in de spiegel moeten kijken voor ze met het vak ‘omgangskunde’ op de proppen komen. Omgangskunde is geen vak voor op de basisschool. Alsof je in een paar lessen kunt uitleggen hoe je respectvol met elkaar omgaat. En daarna gaan we weer vrolijk verder met rekenen en taal? Nee. Het gaat om normen en waarden die je met elkaar afspreekt en waar je dagelijks mee bezig bent als leerkracht. Niet alleen door die afspraken met elkaar te maken en kinderen hier op aan te spreken. Maar vooral door zelf het goede voorbeeld te geven.

Laat alle volwassenen daar eens mee beginnen.

 

Lees hier de speech van Johnny de Mol tijdens het Televisiergala

Elke leerling telt!

Elke leerling telt?

Vanaf het moment dat de puberteit begint, komen we langzaam in aanraking met belangrijke vraagstukken . Wie ben je? Wat wil je uitdragen? Bij welke groep wil je horen? Of bewust nergens bij? Welk vakantiebaantje neem je? Wie zijn je vrienden? Wat valt er te ontdekken?

Het zoeken naar antwoorden op deze vragen resulteert in het moeten maken van belangrijke keuzes. Wat zou je willen studeren? Ga je op kamers of blijf je thuis wonen? Wat doe ja na de studie? Reizen, werken, doorstuderen? Waarin investeer je? In je relatie, vrienden, werk, jezelf?

Het maken van keuzes…
Het maakt ons tot wie we zijn, waar we voor staan. Alles wat jij beslist heeft invloed op het verloop van jouw leven en dat van anderen. Ook willen we graag dat anderen rekening met ons houden.  We hebben immers onze wensen, eisen, maniertjes en onmogelijkheden. Waarschijnlijk merken we allemaal hoe lastig dat kan zijn,  zeker omdat we niet overal invloed op hebben.

Vertalen we dit naar het onderwijs, dan blijkt dat we weinig geleerd hebben van onze eigen ervaring. Keuzes maken is belangrijk, maar wel op basis van argumenten, vergelijken en ervaring. En wat doen we vervolgens? In groep acht geven we kinderen een advies en op basis daarvan laten we ze een school kiezen. Als ze op het vmbo-b terechtkomen moeten ze direct al rekening houden met de verschillende richtingen. Wil ik de kant van de horeca op, de zorg of de media? Op het vmbo-t worden ze na twee jaar geconfronteerd met het kiezen van een profiel, op de HAVO na drie jaar en op het VWO na vier jaar. Waar vroeger alle scholengemeenschappen gemengde brugklassen hadden waarbij kinderen nog de kans hadden zich te ontwikkelen, komen deze gemengde klassen steeds minder voor. Ook wordt de mogelijkheid om door te ontwikkelen vaker gebaseerd op cijfers en veiligheid, in plaats van op stimuleren en durf. Ligt dit aan het onderwijs zelf? Voor een deel. Eigen verantwoordelijkheid nemen is belangrijk en het blijft mooi om te zien dat veel scholen dit blijven doen . Ondanks het feit dat onze regering (en daarmee de maatschappij) meer waarde hecht aan eindtoetsen, enkele meetmomenten en scholen afrekent op hun examenresultaten. Of kinderen zich als mens ontwikkelen, creatieve, innovatieve en organisatorische vaardigheden  beheersen waarmee ze zich kunnen onderscheiden met de rest van de wereld komt op de achtergrond te staan. Cijfers = meten, cijfers = weten. Dat is het motto dat centraal staat.

Ontwikkeling verdwijnt uit het onderwijswoordenboek. Dat elk mens zich op een eigen manier ontwikkelt en in een bijpassend tempo, daar hebben we geen boodschap aan. Je hoort te passen in een profiel, opgesteld voor de gemiddelde mens. Was Rembrandt een gemiddeld mens? Antoni van Leeuwenhoek? Johan Cruijff? Annie M.G. Schmidt? Freddy Heineken?  Natuurlijk verwachten we niet dat iedereen uitzonderlijke kwaliteiten heeft. Maar laten we wel uitgaan van het feit dat iedereen uitzonderlijk is. Dat we mensen, en daarmee te beginnen kinderen, ruimte en tijd geven hun kwaliteiten en tekortkomingen te ontdekken. Dat kan wat mij betreft samengaan met structuur, toetsing en reflectie.

Keuzes maken is belangrijk. Of ze nu voordelig of nadelig uitpakken, je leert ervan. Alleen betekent keuzes maken wel dat je dat gefundeerd mag doen. Geef kinderen de kans te beginnen met het stellen van vragen en het zoeken naar antwoorden.  Zorg dat je hun ontwikkeling stimuleert. Probeer het beste te bereiken binnen het systeem waarin je moet werken. Mensen in het onderwijs doen hun uiterste best om te voldoen aan de steeds hogere verwachtingen. Laten we ze helpen en het systeem de komende jaren aanpassen zodat iedereen de kans krijgt die hij verdient om zich te ontwikkelen.

Dat kan drastisch, dat moet misschien ook. In één klap het onderwijs en de professionals veranderen is lastig, dat weet ik. Dat is misschien onmogelijk en moet je niet verwachten. Maar we kunnen beginnen met een verandering in onze cultuur. Eén waar plek is voor vertrouwen aan de school die in samenwerking met ouders samen zorgdraagt voor ontwikkeling. Een ontwikkelcultuur in plaats van een afrekencultuur. Het is belangrijk eisen te stellen en professionals hierop aan te spreken, dat mag alleen niet ten koste gaan van de kwaliteit. We willen geen onderwijs dat kinderen voorbereidt op toetsen, we willen onderwijs waarbij de kans op ontwikkeling optimaal is. Letterlijk staat er in de kerndoelen:

Ik vind het belangrijk dat scholen de ruimte krijgen om eigen keuzes te maken, keuzes die passen bij de school en de omgeving van die school. De nieuwe kerndoelen sluiten daar goed op aan.

Scholen krijgen zo de ruimte om keuzes te maken die passen bij het eigen profiel. Want elke school is uniek, elke leerling is uniek, elke leerling telt. 

Mooie woorden. Fijn dat scholen ruimte krijgen om eigen keuzes te maken. Laten we de kinderen hier alleen niet mee lastig vallen. Kinderen horen de ruimte krijgen zich te ontwikkelen, want elke leerling telt.