Onderstaand blog is geschreven op basis van een enqueteuitslag onder gymdocenten in Haarlem, waarbij zij gekozen hebben voor een ingekort schoolvoetbaltoernooi. Niet alle vakdocenten zullen hebben ingestemd, zij hoeven zich natuurlijk niet aangesproken te voelen. Maar het meerendeel vond blijkbaar teveel sporten geen goed idee en adviseert daarom een ingekort toernooi te spelen waardoor er minder kinderen meedoen, minder kinderen sporten en vooral de al voetballende kinderen bereikt worden. Hoogste tijd voor een blog, geschreven door een gewone groepsleerkracht met een sporthart, denkend vanuit kinderen ipv tijd, op persoonlijke titel:
Bewegen is gezond. Een simpele constatering. En wetenschappelijk bewezen. Wie het rapport ‘Fit, vaardig en verstandig’ leest komt erachter dat bewegen positieve invloed heeft op onder andere de leerprestaties van kinderen. Kinderen komen vaak vroeg in aanraking met sporten. Meestal via hun ouders, vriendjes of school. Het is afhankelijk van de directe omgeving waarmee gestart wordt. Of daar ook de talenten van de kinderen liggen is nog maar de vraag. En misschien vinden ze een andere sport wel leuker. Om dat te weten zouden ze meerdere sporten moeten uitproberen.
Er zijn verschillende initiatieven en organisaties die dat stimuleren. Via het Jeugdsportpas komen kinderen met diverse sporten in aanraking. Ze volgen proeflessen, en ontdekken zo misschien wel onbekende talenten bij zichzelf!
Een andere manier om sport te promoten zijn de jaarlijkse schoolsporttoernooien. In Haarlem verzorgt de organisatie Sportsupport al meer dan vijftien jaar diverse sportevenemten. Naast de Olympische dag en de Sport IN worden er het hele jaar sporttoernooien voor scholen georganiseerd. Het aanbod is divers, 16 verschillende sporten staan centraal. Van badminton, dammen, waterpolo, basketbal tot hockey, korfbal en atletiek. Elk jaar zorgen deze toernooien voor een fantastische sportbeleving in de regio Haarlem. Sportsupport is een aanwinst voor de regio.
Eén van de grotere evenementen is het jaarlijke schoolveldvoetbaltoernooi. Al decennia lang strijden scholen om de prijs van beste voetbalschool van Haarlem. Er doen soms meer dan 30 teams mee waardoor je een ‘Champions League’ achtige poulefase krijgt, tot de finaledag in het Haarlem stadion. En de winnaar gaat door naar de landelijke ronde. Groot verschil met de Champions League is echter dat ieder kind van elke groep 7 en 8 mee kan doen. Het niveau is wisselend maar dit biedt iedereen de kans namens de school mee te spelen. En dat is ook één van de doelstellingen van SportSupport: stimuleren van breedtesport en het organiseren van diverse toernooien waarbij de maatschappelijke functie als belangrijk wordt ervaren.
Op de school waar ik werk doen we al jarenlang mee met schoolvoetbal. Twaalf jaar geleden zijn we begonnen met het trainen van meisjesteams. In het begin was het nog een klein toernooi. Meisjesvoetbal was niet zo populair als nu. Maar aangezien het de snelstgroeiende sport in Nederland is willen er steeds meer meisjes meedoen aan het voetbaltoernooi.
Sinds zes jaar starten we in januari met de inschrijving. De laatste vijf jaar is er zoveel animo dat we met twee teams mee kunnen doen. Wekelijks op zondagochtend staan er ruim 20 meisjes als één groep bloedfanatiek te trainen. Vanaf half januari tot april. Want voetballen leer je niet in één keer. De ‘nieuwelingen’ vaak nog gemotiveerder dan de ‘ervaren’ speelsters. Het is mooi om dat enthousiasme op het veld te zien. Ze steken elkaar aan en leren van ekaar.
Teambuilding, samen beter willen worden, toewerken naar eeen toernooi, plezier beleven aan samen sporten: schoolvoetbal levert een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen. De betere voetbalsters genieten van het toernooi, en proberen de finale te halen. De onervaren speelsters zijn nog fanatieker en vinden het geweldig om als schoolteam minstens drie wedstrijden te spelen. Verschillende doelen, maar in beide gevallen druipt het sportplezier er vanaf.
Ieder jaar besluiten kinderen zich aan te sluiten bij een voetbalvereniging. Ze hebben tijdens het schoolvoetbal kunnen ruiken aan het trainen en spelen van wedstrijden en gaan fanatiek door. Als trainer en coach bij DSS heb ik bijvoorbeeld gezien hoeveel nieuwe speelsters er jaarlijks bij komen. Inmiddels telt de vrouwenafdeling van deze club zelfs 335 leden. En ook bij andere clubs zoals Koninklijke HFC en Alliance is te merken dat meisjesvoetbal populair is. Zonder de schooltoernooien zou dit niet in dat tempo gebeuren. En hetzelfde geldt voor andere sporten.
Dit jaar heeft Sportsupport besloten nieuwe regels in te voeren. Op basis van een enquete, gehouden onder gymdocenten en basisscholen, is besloten een korter toernooi te spelen waarbij elke school één team afvaardigt. Gevolg hiervan is dat er dit jaar in plaats van 26 meisjes, slechts 10 meisjes mee kunnen doen. En datzelfde geldt voor andere basisscholen en ook voor de jongens. Effect is dat er geselecteerd zal worden, waarbij kinderen die al bij een club voetvallen, ook gekozen worden om dit namens de school te doen. Een tweede team dat juist zorgt dat andere kinderen dezelfde mogelijkheid krijgen mee te doen is niet meer mogelijk. Zeker voor de grotere scholen heel zuur. Want als je zes groepen 7 en 8 hebt, betekent dit dat er slechts 26 van de 170 kinderen mee kunnen sporten. Daarnaast worden er minder wedstrijden gespeeld.
Het is weleens lastig geweest genoeg velden en scheidsrechters te regelen. Meestal werd dit door met name de organisatie en scholen goed opgelost. Dat juist de vakdocenten en Sportsupport zelf voor deze nieuwe vorm hebben gekozen, waarbij minder kinderen aan sporten toekomen, begrijp ik totaal niet. Ze stellen mij enorm teleur. Het maakt de kans kleiner dat kinderen een nieuwe sportcarrière beginnen, zich aansluiten bij een club en het ontneemt een hoop kinderen sport- en spelplezier. Het lijkt wel alsof het nieuwe motto is: ‘Schoolsport, hoe minder hoe beter.’ Gymleerkrachten en scholen zouden naar mijn idee alles op alles moeten zetten om kinderen meer aan het sporten te krijgen, niet minder. En als dit in de vrije tijd gebeurt, dan is dat maar zo. Leerkrachten, ouders en de organisatie kunnen met elkaar veel voor elkaar krijgen.
Het zou goed zijn als juist gymdocenten zich hard maken voor meer beweging óp school, maar ook buiten school. Ze zouden sport altijd moeten stimuleren. Ook op een woensdagmiddag. En dus ook door middel van het schoolvoetbaltoernooi. Kinderen die met elkaar als team een sportieve prestatie neerzetten namens school, dat is iets om te koesteren. Niet om af te breken. Samen met Sportsupport kunnen zij het verschil maken. Hopelijk doen ze dat volgend jaar wel.