Wij blijven onderwijs verzorgen..

Natuurlijk,

Wij blijven onderwijs verzorgen.

Het kabinet adviseert vooral thuis te werken. Om openbaar vervoer te vermijden en grote gezelschappen, bijvoorbeeld groepen van gemiddeld 28 mensen, uit de weg te gaan. Maar wij blijven onderwijs verzorgen.

Het kabinet adviseert bij neusverkoudheid, hoestklachten, keelpijn of koorts thuis te blijven. Om sociale contacten, zoals een dag lang met 28 anderen in één ruimte verblijven, zoveel mogelijk te mijden. En toch, wij blijven onderwijs verzorgen.

Het kabinet adviseert alle evenementen met meer dan 100 mensen in heel Nederland af te gelasten. Ook musea, theaters en sportclubs krijgen het advies om de deuren de komende weken te sluiten. Restaurants met meer dan 100 zitplaatsen moeten passende maatregelen nemen om besmetting te voorkomen. En wij blijven onderwijs verzorgen.

Het kabinet adviseert dat scholen open moeten blijven. Want bij sluiting zou de maatschappelijke ontwrichting zeer groot zijn, aldus de premier. Dus wij blijven onderwijs verzorgen.

Het kabinet doet nu een beroep op ons, terwijl voor bijna alle andere beroepssectoren anders wordt besloten. Dat is begrijpelijk, want onderwijs is belangrijk.

Ik heb slechts één advies voor het kabinet: als het onderwijs echt zo’n belangrijke spil in de samenleving is, dan wordt het tijd dit ook na deze crisissituatie te laten blijken. Niet met eenmalige investeringen, niet alleen met woorden zoals vandaag. Maar door ons te helpen, met daadkrachtige maatregelen.

Dan weet ik zeker dat elke leerkracht met alle liefde onderwijs kan blijven verzorgen.

Terug naar de kern

Vanavond keek ik naar DWDD. Aan tafel zat Douwe Bob die, met Matthijs en Giel Beelen, terugkeek naar zijn auditie voor ‘de beste singer songwriter van Nederland’. Het programma waarin liedjesschrijvers alleen met gitaar, piano en hun stem liedjes vertolkten. Geen grote show, geen bekende artiesten om duetten mee te zingen, geen sluikreclames en mede mogelijk gemaakt door, geen overweldigende sociale media, geen covers. Nee, gewoon het instrument, de stem en het zelfgeschreven lied.

Matthijs merkte op dat Douwe Bob door de beelden geraakt leek. En hij bevestigde dat. Want hij keek naar een jongen die nog puur vanuit zijn ‘kern’ liedjes schreef en vertolkte. In de loop der tijd had hij veel geleerd en mooie dingen gedaan. Maar op een gegeven moment raakte hij als het ware zijn eigen oorsprong en werd het ‘bagage’. Reden te meer voor hem om zin te hebben in een nieuwe theatershow waarin hij alleen met gitaar (nieuwe) liedjes vertolkt. Terug naar de kern, zo vertelde Douwe Bob, want daar was hij het beste in.

Precies dat deed mij denken aan het besluit om mijn werkzaamheden in het management op de school waar ik werk terug te ruilen. Terug naar de klas. Naar het lesgeven. Proberen te zorgen dat een groep acht met 26 verschillende kinderen nog één jaar met elkaar de uitdaging aangaat om, mét alle verschillen, als één groep elke dag te leren. Te leren van en met elkaar. Samen te zorgen voor een mooie afsluiting van de basisschooltijd. Samen op zoek te gaan naar een fijne nieuwe school voor een nieuwe start. Met vallen en opstaan, want de ene dag lukt dat beter dan de andere.

Terug naar de kern. Doen waar je het beste in bent en wat bij je past. Zoals Daniël Lohues de mooiste liedjes schrijft over zijn Drenthe. Zoals Cruyff en Van Basten met elkaar en de bal op een pleintje in Amsterdam buiten speelden. Zoals artiesten alleen met hun instrument akoestisch de mooiste vertolkingen van hun liedjes spelen. Niet voor niets was de MTV Unplugged serie zo’n succes.

Ik hoop dat veel studenten die nu op de Pabo zitten de kern van het vak waar ze voor kiezen op waarde blijven schatten. Het lesgeven, zorgdragen voor de ontwikkeling van kinderen, dagelijks proberen elk kind in de klas te zien en ze dat laten merken, medeverantwoordelijk te zijn voor de toekomst van een nieuwe generatie. Dat is ‘prachtig moai’ om te doen, zou Lohues kunnen zeggen. Verlies je niet te snel in ambities buiten het lesgeven, in ‘meer uitdaging en stappen maken’.

Goed onderwijs verzorgen ís een uitdaging.

En daar moet het wat mij betreft de komende jaren ook in het onderwijs weer om gaan: terug naar de kern.

 

 

Klik op de afbeelding om het fragment terug te kijken:

Schermafbeelding 2020-03-11 om 20.51.35

Collega, neem de handschoen op en sta voor je vak!

Een aantal jaren geleden was ik op bezoek bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Ik stond al een jaar of tien voor de klas, had in allerlei commissies gezeten, hield mij op regionaal niveau bezig met de advisering in groep 8 en de toelatingsregeling naar het VO en was op zoek naar nieuwe uitdagingen. Toevalligerwijs kwam ik bij het ministerie terecht. Ik was benieuwd welke invloed leerkrachten hadden bij de totstandkoming van het onderwijsbeleid. In mijn onderwijspraktijk had ik ervaren wat wel en niet werkte en wellicht kon ik met deze ervaringen een bijdrage leveren.

Al snel werd duidelijk dat daar toen geen mogelijkheden voor waren. Je had in elk geval een universitaire achtergrond nodig om op het ministerie te kunnen werken. Welke richting je had gedaan was niet echt van belang. Onderwijservaring telde in geen geval mee.

‘Hoe houden jullie dan contact met de praktijk?’, was mijn vraag. Het antwoord was simpel: er werd regelmatig met scholen gesproken. ‘Maar op welke wijze dan?’ Ook dat was eenvoudig: regelmatig waren er praatsessies met schoolbesturen.

Laat ik één ding vooropstellen: praten met de bestuurderspraktijk is belangrijk, maar is zeker niet hetzelfde als praten met de onderwijspraktijk. Want we gaan van leerling, leerkracht, directie, bestuurder naar ministerie en slaan dan voor het gemak de eerste drie in deze lijn over. De drie die nota bene het meest direct met de onderwijspraktijk in aanraking komen.

Dit is voor mij een reden om meteen lid te worden van het, maandag 2 maart gepresenteerde, lerarencollectief. Het wordt tijd dat leraren zelf het initiatief nemen en afdwingen mee te mogen praten over het onderwijsbeleid in Nederland. Ik adviseer alle collega’s in het primair onderwijs dan ook snel te volgen zodat het mandaat nog groter wordt.

Overigens, dat betekent meer dan lid worden alleen. Het wordt tijd dat we niet alleen aangeven waar het misgaat, wat beter kan en beter moet. Ook moeten we aangeven op welke wijze dat dan kan. We zullen met zijn allen de schouders eronder moeten zetten. Van klagen alleen wordt niemand beter.

Ik heb het al eerder geschreven: het onderwijs is een prachtvak. Althans, dat zou het voor elke leerkracht, elk kind en elke ouder moeten zijn. Willen we meer goed opgeleide, betrokken en enthousiaste collega’s erbij krijgen dan zullen we dat beeld ook moeten nastreven en uitstralen. Door hier zélf een bijdrage aan te leveren. Of zoals door Alexander Rinnooy Kan in zijn ‘Verkenning Leraren’ wordt beschreven:

”Leraren verdienen een stevige positie. Deze positie wordt pas echt verworven als sprake is van een krachtige en zelfbewuste beroepsgroep die in hoge mate zelf de inhoud van het beroep en de opleidingen stuurt en bepaalt, een beroepsgroep die trots is op het beroep en dat breed uitdraagt.” 

Neem je eigen vak serieus. In de klas, in de school en ook naar buiten toe de maatschappij in. Neem de handschoen op en sta voor je vak.

Zoals het lerarencollectief vertelt: ‘Van speelbal naar speler; wij gaan het sámen zélf doen!’