Een ouder van school zei laatst tegen mij: ‘Sjoerd, wat een gedoe met al die scholen. Wij gingen vroeger gewoon naar dezelfde middelbare school, er viel niets te kiezen’.
Kinderen die in groep acht zitten in Haarlem hebben over het algemeen een ruime keuze aan scholen voor voortgezet onderwijs. Met een vmbo-b advies is deze keuze beperkt, maar vanaf het vmbo-t wordt het aanbod groter. Er zijn dan ook veel open dagen, informatieavonden en meeloopdagen om inzicht te krijgen in de manier van werken op de school, het proeven van de sfeer en het komen tot een beargumenteerde keuze.
Het kiezen wordt moeilijker gemaakt doordat de kwaliteit van de Haarlemse scholen op orde is. Er wordt al jaren in het voortgezet onderwijs hard gewerkt deze kwaliteit te waarborgen en in de rapporten van de onderwijsinspectie valt dit terug te lezen. Zo’n beetje alle scholen vallen onder het basistoezicht, wat wil zeggen dat er het komende jaar geen reden is voor extra toezicht en de onderwijsinspectie geen aanwijzingen ziet voor tekortkomingen. Een stad als Haarlem mag daar trots op zijn.
Er wordt door primair en voortgezet onderwijs nauw samengewerkt om tot een goede toelatingsprocedure te komen. Dat is soms lastig omdat er sprake is van verschillende belangen. Voorop staat het kind maar daarnaast hebben scholen te maken met de wensen van ouders, besturen, onderwijsinspectie en de politiek. Ondanks deze verschillende partijen is er een helder toelatingsbeleid ontwikkeld waarbij het advies van de basisscholen voorop staat, zij kennen de kinderen het beste na acht jaar. De adviezen worden niet meer gebaseerd op momentopnames als een Eindcito, maar op basis van de inzichten van de basisschool, ondersteund door het leerlingvolgsysteem van groep 6 t/m 8 en de NIO-toets. Zo komt er een weloverwogen advies tot stand. En het voortgezet onderwijs neemt deze adviezen grotendeels over.
Daarnaast vindt er jaarlijks terugkoppeling plaats zodat de ontwikkeling van de leerlingen op het voortgezet onderwijs gevolgd kan worden en de basisscholen hun adviezen kunnen toetsen. Deze terugkoppeling gebeurt helaas nog niet door alle scholen op dezelfde wijze, daar valt winst te behalen. Er zou meer structuur in moeten komen. Er wordt hard aan gewerkt dit te verbeteren.
Doordat er een ruime keuze is ontstaat er soms een (luxe)probleem voor kinderen en ouders. Natuurlijk zijn er verschillen tussen de scholen.
- Verschil in grootte, kies je voor een kleine vmbo-t school of voor een scholengemeenschap?
- Verschil in specialisaties, ben je op zoek naar een sportklas, tweetalig onderwijs, extra aandacht voor creativiteit, multimedia of muziek?
- Verschil in zorg en begeleiding, kies je voor een school waar veel van de zelfstandigheid wordt gevraagd, huiswerkbegeleiding wordt aangeboden of je gebruik kunt maken van de zogenaamde i(ndividuele)-uren?
- Verschil in profielen bij het vmbo-b, wil je later iets in de zorg, de media, horeca of administratie en handel?
Elke school is uniek in wat er aangeboden wordt, welke specialisaties ze hebben en hoe er met kinderen en leren wordt omgegaan.
Genoeg om te kiezen dus. Maar het is misschien goed om te weten dat uit mijn ervaring is gebleken dat een kind het op elke school naar zijn zin kan hebben en ruimte krijgt voor ontwikkeling. Dat wordt ieder jaar sterker geïllustreerd door de verhalen van de leerlingen die zijn uitgeloot. Tot nu toe is elke uitgelote leerling gebleven op de school waar hij terecht is gekomen en komen ze met positieve en enthousiaste verhalen terug.* Want niet alleen de school is van belang, maar ook de klas, de mentor, de leerkrachten en vooral de mentaliteit van het kind zelf. Je zult je best moeten doen om er iets van te maken op school, waar je ook terechtkomt. Erg jammer overigens dat er nog maar enkele scholen zijn met gemengde brugklassen. Want mogelijkheid tot ontwikkeling is er overal, maar we willen met zijn allen wel kinderen erg vroeg laten kiezen en maken de mogelijkheid om door te groeien ieder jaar minder eenvoudig. Hulde aan de scholen die oog blijven houden voor het kind en het risico aandurven kansen te geven en uitdaging te bieden.
Ik begrijp dat het moeilijk is om te kiezen, zeker wanneer je te maken hebt met kansen op loting. Toch adviseer ik elk jaar de kinderen en ouders vooral veel scholen te bezoeken zodat je de sfeer kunt ervaren en met name op deze ervaringen en het daarbij behorende gevoel een keuze kunt maken. Meestal geeft dat de juiste doorslag. Ook op dit moment zijn de kinderen ouders druk bezig met de scholenbezoeken en het maken van lijstjes met voors en tegens. Ze worden daarbij geholpen door onder anderen het Brugboek en de website van Brugweb. En daarnaast proberen wij als school iedereen zo goed mogelijk te informeren over alle mogelijkheden. Over twee weken heeft ieder kind zijn eindadvies binnen en kan de daadwerkelijke aanmelding beginnen. Een spannende tijd met veel onzekerheden op die leeftijd. Het is nooit te voorspellen of de keuze juist zal blijken te zijn, maar dat je hier zelf aan kunt bijdragen is een feit.
Ik probeer de kinderen voldoende voor te bereiden en bagage mee te geven om deze stap te kunnen maken. En regelmatig komen ze vertellen hoe het met ze gaat. Vandaag stonden er ineens tien meisjes van vorig jaar op de stoep om elkaar weer eens te zien en te vertellen over hun nieuwe ervaringen. Ook mailen we als school met ouders om te vragen hoe het gaat. We blijven graag op de hoogte, niet alleen op basis van de rapportcijfers, want die zeggen niet alles. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind niet zoals verwacht, en dan moeten we analyseren waardoor dit komt. Met elkaar proberen we op die manier het onderwijs en de overgang van primair naar voortgezet onderwijs in Haarlem naar een hoger niveau te krijgen.
*Ik maak een uitzondering voor leerlingen die door een tweede loting vorig jaar in een andere regio naar school moeten. Dat wordt met een aangepaste regeling hopelijk dit jaar voorkomen.
Interessant om te lezen over keuze vanuit het perspectief van een leerkracht.
Maar de volgende zin klopt niet: Tot nu toe is elke uitgelote leerling gebleven op de school waar hij terecht is gekomen en komen ze met positieve en enthousiaste verhalen terug.* – Ik ken zelf tenminste 1 voorbeeld waar dit niet het geval is. Dat kind kon niet snel genoeg weer weg en heeft ook de nodige klappen opgelopen bij de school van 2e keus.
Over het algemeen zal je stelling kloppen, maar het is iets te kort door de bocht om te stellen dat elke uitgelote leerling is gebleven; dat kunnen we niet weten.
Ik heb het over mijn leerlingen. Vandaar.
Bedankt voor het ophelderen!